Vrijdag 29 augustus - Slotetappe naar Nice



Het is vandaag vrijdag 29 augustus 2008, dit betekent dat het de laatste fietsdag van de Grand Route des Alpes voor de Cyclist is. We gaan, helaas, aan de laatste etappe van deze enerverende week beginnen. Het geeft een tweeledig gevoel; enerzijds dat het goed geweest is en anderzijds is de vrijheid van mogen fietsen en niet hoeven werken ook wel een prettige gedachte. Maar zoals altijd, komt aan alles een einde.

Zoals alle dagen van de afgelopen week zijn de weergoden ons weer goed gezind. Onder een nagenoeg blauwe hemel met een mooi zonnetje vertrekken we na het ontbijt om 9.00 uur richting Nice, het einddoel van vandaag maar ook van deze mooie fietsweek.


Na een echt Frans ontbijt beginnen we aan het laatste gedeelte van de voorlaatste klim, de St Martin-Vesubie. Gisteren hebben het eerste gedeelte van tien kilometer gedaan tot Billone. Vandaag doen we de laatste acht kilometer, deze resterende afstand wordt tempomatig zodanig verreden dat we als groep bijeen blijven. Eenmaal boven worden de jasjes en windstoppers aangetrokken, helmen opgezet en de afdaling ingezet.

Als laatste beklimming van deze week is de Col de Turini aan de beurt om bedwongen te worden. Zestien kilometer naar 1600 meter. We moeten dus nog een keer aan de bak. Dit is de laatste mogelijkheid om je nogmaals te onderscheiden. Deze klim wordt nagenoeg door iedereen als niet echt gemakkelijk ervaren. Als eerste was wederom Arthur boven. Daarna kwamen de eerste vijf gezamenlijk hand in hand boven. Een teken dat duidelijk maakte dat het klassement gemaakt was en dat rivaliteit plaats gemaakt had voor acceptatie. Heel kort hier achter kwam Adrie die de laatste kilometers een zeer verwoede inhaalslag had geleverd maar net te laat ingezet had. De rest kwam vrij kort na elkaar boven.

Jean en Jan kwamen zoals gebruikelijk gezamenlijk over de top. Ditmaal onder een luid applaus van de groep. Met recht mogen we zeggen dat dit een hele prestatie is van deze twee nestors om deze week letterlijk en figuurlijk gezamenlijk tot een goed einde te brengen en uit te rijden. Dit geld eveneens voor Breur die als oudste van de groep eveneens een prestatie van niveau geleverd heeft.
Op de Col de Turini hebben we het etablissement dat voedsel en drank aan bood bezocht en van de lunch genoten onder een prachtig zonnetje, dat na een ingrijpende aanpassing van de terrasopstelling, van ons, door parasols afgeschermd werd. Hier zat nog een viertal Nederlanders die deel uit maakten van een oorspronkelijke Maastrichtse fietsclub “de Specht”.

Na de lunch begonnen we aan het laatste stuk. Een afdaling tot Nice. En zoals altijd zit het venijn in de staart.

Gelijk bij het vertrek werd de bekende kreet geslaakt; “zeen veer wech”. Een uitspraak die door de hele week gelardeerd was. Bij het “zeen veer wech” vond meteen een schifting plaats. Drie groepen vormden zich, de snelle afdalers een gemiddelde tussengroep en de wat langzamere dalers. Op zich geen probleem, maar als je aan een splitsing komt waar iedereen een andere richting neemt en meent de juiste weg te hebben genomen, kan het verkeren dat je je kwijt raakt. Aldus geschiedde. Na inzet van de moderne communicatieapparatuur, die de hedendaagse moderne wielrenner bij zich heeft, werden de posities van iedereen duidelijk. De afspraak werd gemaakt om ons te treffen op de boulevard in Nice bij een bepaald gebouw.

Rond vier uur was de hergroepering een feit. We waren voltallig aangekomen en getuige van een strakke blauwe Middellandse zee waar een licht briesje de zinderende warmte deed veraangenamen. Na de volgbus even “stout” te hebben geparkeerd werd een groepsfoto gemaakt.

Door Gilbert werd een frisse duik genomen in de zee in zijn wielrennertenue, ook nog in een “no swimming area”.
Bij aankomst bij het Hotel werd onder aanvoering van Adrie en Jan met een aantal vrijwilligers de fietsen gedemonteerd en in de dozen verpakt en verder alles in de bus geladen wat nog mee moest.

Om 19.00 uur was het verzamelen bij de receptie en werd loops de gang ingezet naar het centrum om er een eettentje te zoeken. Roger had hierin het voortouw en uiteindelijk kwamen we in het centrum op een heel groot terras terecht.

Door de inzet van zijn competenties en het goed benutten van de mogelijkheden van de penningmeester was er gedurende de week financiële ruimte ontstaan voor een voor-, hoofd-, en nagerecht. Ondersteund met de nodige alcoholische versnaperingen die de gerechten die smaak moesten geven die erbij hoorde. De eigenaar van de zaak was zo onder de indruk van onze aanwezigheid en het netjes leeg eten van de borden dat hij trakteerde op een digestief: een lekkere Limoncelli met ijs. Dit laatste kwam weer ten goede van de spijsvertering. Zo zie je maar dat in het grote geheel alles met elkaar samenhangt, je moet het natuurlijk wel willen of kunnen zien.

Na het avondeten, zo rond 22.45 uur trokken we het uitgaansleven van Nice in. Behalve Jean en Arthur, zij moesten de volgende dag naar huis chaufferen.

In het bruisende nachtleven konden we een paar uurtjes ontspannen en bijkomen van de geleverde inspanning van de afgelopen zes dagen fietsen. Het “zeen veer wech” werd pas vroeg in de ochtend gehoord.

Het was een gezellige afsluiting waar we verder niet over uitweiden, maar dat er voldoende aan Bachus geofferd is, als dank voor zijn goede gezindheid, moge duidelijk zijn.


We mogen met recht terug kijken op een zeer geslaagde week waarin we bijna alles mee hadden: prachtig weer, weinig malheur, plezier, goede hotels, prima verzorging en zeer zeker een goede organisatie.

[Hans]

Geen opmerkingen: